
Biografie van Jan van het Kruis
Een tijdlijn van zijn leven
1542 Geboorte van Juan de Yepes y Álvarez in Fontiveros, Spanje.
1551–1563 Opgroeien in armoede; opleiding bij de jezuïeten in Medina del Campo.
1563 Intrede in de Karmel.
1567 Ontmoeting met Teresa van Ávila.
1568 Mede-oprichter van de eerste mannelijke hervormde karmel
1577–1578 Onrechtmatige gevangenschap in Toledo; ontstaan van gedichten
1578 Spectaculaire ontsnapping; hervatting van zijn hervormingswerk
1578–1591 Periode van leidinggeven, schrijven en begeleiden
1591 Overlijden in Úbeda
1614 Zaligverklaring
1726 Heiligverklaring
1926 Uitgeroepen tot kerkleraar
Kleine biografie
Juan de Yepes wordt in 1542 te Fontiveros in Castilië geboren uit arme wevers. Ze krijgen drie kinderen: Francisco, Luis en Juan. Na het overlijden van Juans vader (1545) en Luis (1547) verhuist de moeder met Francisco en Juan naar Medina del Campo, waar ze als ‘erkende armen’ ondersteund worden. Juan loopt school in en jezuïetencollege en verdient bij in een ‘zwerenhospitaal’. Als Juan 21 is, treedt hij in bij de karmelieten van Medina, onder de naam Jan van de hl. Mattëus. Hij volgt studies in Salamanca, maar raakt ontgoocheld in de Karmel en wil overgaan naar de strengere kartuizers.
Teresa van Ávila is echter bezig met haar hervorming van karmelietessenkloosters en vraagt Jan om geduld te hebben tot zij haar hervorming ook naar de paters kan brengen. In 1568 begint Jan met nog twee andere karmelieten de teresiaanse hervorming bij de paters, te Duruelo. Omdat nieuwe kandidaten zich melden, wordt eerst een tweede klooster gesticht te Pastrana; later volgen meerdere andere. In 1572 vraagt Teresa Jan als biechtvader van het grote klooster te Ávila, waar zij op dat moment overste van is.
De spanningen tussen de hervormde en de niet-hervormde karmelieten stijgen. Begin december 1577 wordt Jan gevangen genomen door de niet-hervormde karmelieten, en in een enge kloosterkerker opgesloten. Daar ondergaat Jan een ‘donkere nacht’, die ook een diepe mystieke ervaring is, die hij uitdrukt in gedichten die hij eerst memoriseert en later kan opschrijven.
Op 17 augustus 1978 weet hij te ontsnappen. Hij wordt opgevangen door karmelietessen, tot hij voldoende hersteld is, en wordt dan naar het veiligere zuiden van Spanje gestuurd. Daar vervult hij taken als overste, bouwt hij kloosters en maakt hij vele reizen om karmelietessenkloosters te bezoeken en te ondersteunen. Tegelijk ontstaan nieuwe gedichten en begint hij commentaren te schrijven op de belangrijkste gedichten.
De hervormde karmelieten kunnen eindelijk een eigen orde binnen de Kerk vormen, en Jan gaat ook meermaals naar Castilië terug als hogere overste. Helaas volgt de generale overste van de hervormde Karmel niet de inspiratie van Teresa en Jan, en er ontstaan zware spanningen waar ook Jan onder lijdt. Hij wordt uitgerangeerd en trekt zich terug in een klooster in het zuiden van Spanje. Daar krijgt hij wondroos en in de nacht van 13 op 14 december 1591 overlijdt hij aan de gevolgen daarvan. Hij werd amper 49 jaar. In 1675 werd hij zaligverklaard door paus Clemens X, in 1726 heiligverklaard door Benedictus XIII en in 1926 door paus Pius XI uitgeroepen tot kerkleraar. In 1993 benoemde paus Johannes Paulus II hem tot patroon van de Spaanse dichters.
Lees meer artikels.

































