Karmel Brugge
Karmel in Brugge
De oude stam van de Orde, ontstaan in het heilig land op de Berg Karmel, kreeg reeds in 1265 in Brugge in de 'Carmersstraat' frisse twijgen. Toen de Orde naar Europa kwam, waren ze genoodzaakt geweest een bedelorde te worden. Zij werden zich in het Westen bewust van hun roeping, die tegelijk contemplatief-eremitisch én profetisch is. Het kerkelijk verval echter van de 15e eeuw tastte ook de Karmelorde aan. Maar de Geest werd vaardig over de Spaanse mystici Teresia van Avila (1515-1582) en Jan van het Kruis (1542-1591). Ze hebben de Karmel deugddoend hervormd. Opnieuw werd het accent gelegd op het contemplatieve ideaal.
Toen in 1626 de eerste karmelietessen te Brugge hun nieuw klooster betrokken, hing de stichting van de ongeschoeide karmelieten reeds in de lucht. Teresia van Avila had trouwens de mannelijke vleugel in haar hervorming gewild voor de geestelijke begeleiding van haar zusters.
Enkele jaren na de start van de zustergemeenschappen kwam ook de mannelijke tak van de Teresiaanse Karmel naar Vlaanderen. In 1630 bewoonden de eerste paters een huis in Brugge. Drie jaar later namen zij hun intrek in het klooster aan de Ezelstraat, dat nog steeds een Karmelgemeenschap is. Echt welkom waren ze niet in kerkelijk Brugge want deze nieuwe kloosterorde betekende meer concurrentie voor de paters van de oudere orden. Zij verdienden hun geld onder meer met de giften voor vieringen en zaten niet te wachten op een extra ‘speler’ in het katholieke leven van de stad.
Toch wisten de paters Karmelieten de harten van de Bruggenaren te winnen door zich als vrijwilligers te melden voor de ondersteuning van de pestlijders, die vanwege hun besmettelijke ziekte in quarantaine moesten wonen. Negen broeders en paters verloren daarbij hun leven.