Skip to content

Pater Adeodatus en Mgr. Aloysius Benzinger: Dienaren Gods.

Onze medebroeder, pater Mathew (zelf uit de provincie Malabar) schreef een korte levensbeschrijving.

Julian Buyck ... een naam die je wellicht niet veel zegt. Pater Adeodatus ocd (1896-1968) zegt je waarschijnlijk ook niet echt veel. 
Hij was een medebroeder van de Vlaamse Karmel. 41 jaar was hij werkzaam als karmeliet-missionaris in Kerala (India). 
In 2018 werd de eerste stap gezet naar een mogelijke zalig en heiligverklaring. Op 13 oktober 2018 werd pater Adeodatus door de Kerk tot "Dienaar Gods" uitgeroepen. 
Onze medebroeder, pater Mathew (zelf uit de provincie Malabar) schreef een korte levensbeschrijving, waarvan je hier de Nederlandse vertaling kan lezen. 

Ook onze andere medebroeder Mgr.Aloysius Benzinger ocd (1864-1942 en vanaf 1905 bisschop van Quilon) werd dezelfde eer verleend. Hun stoffelijke resten werden overgebracht naar onze kloosterkerk in Trivandrum. 
Mgr Benzinger kwam naar Zuid-India om er professor te worden aan het seminarie van Puthenpally. Hij kwam er in 1890 aan. De karmeliet-missionaris maakte grote indruk. Als geen ander kende hij de realisaties van de missie, maar ook de uitdagingen waarvoor ze stond. Tijdens zijn jaren als bisschop in Quilon reisde hij onvermoeibaar naar de parochies, scholen en ziekenhuizen om dicht bij de mensen te zijn. Wanneer in 1931 zijn krachten begonnen te verminderen trok hij zich terug als gewone karmeliet in het klooster Carmel-Hill in Trivandrum. 

 

Een korte geschiedenis van het leven en de zaak van pater Adeodatus

Fr. Adeodatus van St. Peter OCD, die op 13 oktober 2018 door de Heilige Katholieke Kerk tot Dienaar van God werd verklaard, werd op 27 januari 1896 in het dorp Kieldrecht (Oost-Vlaanderen) in België geboren als zoon van de vrome ouders John Buyck en Ludrick Ogana. Ze noemden hem Julian.

Na zijn studie werd Julian tijdens de Eerste Wereldoorlog opgeroepen voor militaire dienst. Hij werd elf maanden lang krijgsgevangene. Al die dagen knielde hij volhardend neer om de rozenkrans te bidden en door de genade van Onze-Lieve-Vrouw ontsnapte hij uit de gevangenis en bereikte hij Lourdes. Daar bracht hij tijd door in gebed en deed hij een retraite, voordat hij naar huis terugkeerde om voor zijn zieke moeder te zorgen. Om deze reden besloot hij te trouwen. Maar uit respect voor de wens van zijn moeder besloot hij priester te worden. In die tijd las Julian toevallig de autobiografie van de heilige Thérèse van Lisieux. Dit boek inspireerde hem om karmeliet-missionaris te worden. Met dit voornemen trad Julian toe tot de Karmelprovincie Vlaanderen en nam hij de naam Adeodatus van Sint-Petrus aan. Op 31 juli 1927 werd hij tot priester gewijd.

Pater Adeodatus kwam op 4 november 1927 aan in het klooster Carmel Hill in Pangode in Thiruvananthapuram en werd aangesteld om toe te zien op de vorming van de nieuwe Indiase religieuzen. In deze periode leerde hij Malayalam lezen, schrijven en spreken, wat voor buitenlanders doorgaans een moeilijke opgave is. Hoe druk hij ook was, hij was nauwgezet in zijn gebedsleven, trouw aan de evangelische raden en het naleven van de religieuze voorschriften. Hij leefde in strikte armoede. Ook in die tijd was hij een ijverig missionaris. Hij bezocht regelmatig de gevangenen in de centrale gevangenis van Thiruvananthapuram en de patiënten in het Nooranadu Lepraziekenhuis en het Oolampara Psychiatrisch Ziekenhuis om hen te troosten en te bemoedigen.

Toen in 1947 de buitenlandse missionarissen naar hun vaderland terugkeerden, besloot pater Adeodatus in Kerala te blijven. Hij werd benoemd tot vicaris van Muthiyavila, een missionaire parochie met meer dan tien substations. De meeste parochianen waren migranten uit Vlatankara, een ander missionair gebied dat iets eerder door Europese missionarissen was gekerstend. Vanuit dit centrum bewandelde pater Adeodatus de moeilijke weg van een missionaris op het pad van deugdzaamheid, verdraagzaamheid en toewijding. Ook in die tijd was hij een ware religieus, streng voor zichzelf, toegewijd aan gebed en meditatie. Hij werd een religieuze missionaris die iedereen als voorbeeld moest nemen.

Alle eerste activiteiten van pater Adeodatus waren voornamelijk gericht op Muthiyavila. Hij kocht meer land voor de kerk en breidde het aantal klassen op de school uit van 1 eerstetot 5 vijfdeklas. Hij organiseerde systematisch catechismuslessen en versterkte verschillende vrome organisaties zoals het Legioen van Maria. Muthiyavila had in die tijd meer dan tien ‘substations’. Zelfs toen er nog geen vervoermiddelen waren, geraakte hij overal te voet of op de fiets om er de heilige mis op te dragen, het sacrament van verzoening toe te dienen en kinderen voor te bereiden op het religieuze leven en het priesterschap.

De enorme gestalte en doordringende blik van pater Adeodatus wekten bij de mensen een eerbiedig ontzag voor hem. Daarom noemden alle mensen, ongeacht hun kaste of religie, hem liefkozend Valyachan of Muthiyavila. Valyachan, wat 'eerbiedwaardige oudere priester van Muthiyavila' betekent. 

In de jaren 1930 kwamen christelijke migranten uit centraal Kerala, die tot de oosterse ritus van Syro Malabar behoorden, naar de gebieden Amboori en Mayam om zich daar te vestigen. Ze leefden van landbouw en veeteelt en moesten daarbij voortdurend het hoofd bieden aan wilde dieren en besmettelijke ziekten die virussen veroorzaakten. Voor deze mensen was de aanwezigheid van pater Adeodatus als die van een engel uit de hemel. Toen malaria en pokken in die regio ernstig werden en alle kinderen stierven, waren het Valyachans tijdige gebeden en voorspraak die genezing brachten. De beproevingen gingen voorbij en Valyachan kreeg de titel beschermer van de generaties.

Valyachan was een groot religieus en missionaris. In Muthiyavila stond Valyachan dag en nacht klaar om de mensen te helpen. Als hij vrij was, was hij te vinden voor het Heilig Sacrament. Hij liep urenlang om op verschillende plaatsen de heilige mis op te dragen en tijdens die wandelingen bad hij het officie of de rozenkrans. Hij hield van zijn volk en vervulde hen met de goddelijke liefde van God. Hij hielp ook financieel en materieel degenen die het moeilijk hadden. Als resultaat van Valyachans inspanningen werd in 1967 een klooster voor zusters geopend in Muthiyavila, wat hielp om het missiewerk te versterken. De inheemse bevolking in het gebied zocht vaak zijn hulp om hen te bevrijden van demonische kwelling. Ook boeren brachten hem naar hun velden om te bidden voor bescherming.

Fr. Adeodatus was een ware en heilige karmeliet-missionaris die de harten van de mensen veroverde. Zijn leven was heilig en profetisch. Met grote liefde en tederheid verzorgde hij de wonden van de zieken, speelde hij met kleine kinderen, at hij alles wat hij kreeg en sliep hij vaak op de veranda's van huizen wanneer hij 's nachts in het dorp aankwam, om de slapenden niet te storen.

Als karmeliet werd hij benoemd tot geestelijk leidsman van vele religieuzen en seminaristen. Die verantwoordelijkheid koesterde hij en vervulde hij met de grootste oprechtheid.

Fr. Adeodatus, de grote missionaris en religieus, werd door het volk al tijdens zijn leven een 'heilige' genoemd. Als teken van hemelse goedkeuring van zijn toewijding aan de missie werd hij op een missiezondag naar de hemel opgenomen. Hij stierf op 20 oktober 1968, een missiezondag. Hij werd op 21 oktober begraven op het kerkhof van het Karmelietenklooster, ook bekend als het Pangode-klooster.

Zijn missie eindigde daar niet, het was slechts het begin. De hemel was via hem begonnen in te grijpen. De mensen die getuige waren geweest van zijn heiligheid begonnen tot hem te bidden, zijn voorspraak te zoeken en zagen hun gebeden verhoord. Pater Adeodatus, die al tijdens zijn leven een heilige werd genoemd, werd op 13 oktober 2018 door de Katholieke Kerk uitgeroepen tot dienaar van God. Zijn stoffelijk overschot werd op 19 oktober 2018 overgebracht van de begraafplaats van het klooster naar de kerk. Nu ligt hij, in de kerk van het Carmel Hill-klooster,  naast een andere dienaar van God, bisschop Aloysius Maria Benzinger ocd (ook ingetreden in de Vlaamse Karmel). Veel mensen komen bidden bij het graf, in de hoop de dag te zien waarop hij tot “de eer der altaren” zal worden toegelaten.

Geschiedenis van de ‘causa van de dienaar van God Adeodatus’

Toen er veel mensen kwamen en er wonderen werden gemeld, bracht de provincie Malabar van de Ongeschoeide Karmelieten de zaak onder de aandacht van het generalaat van de Orde van de Ongeschoeide Karmelieten. De orde benoemde een postulator in Rome en de postulator benoemde een vice-postulator om de zaak voor te leggen aan de betrokken diocesane bisschop van de parochie waar pater Adeodatus was overleden, die nu bekend staat als het bisdom Neyattinkara. Na afronding van zijn eerste onderzoek verzocht de bisschop van Neyattinkara het dicasterie om het nihil obstat. Zodra hij dit had ontvangen, werd op 13 oktober 2018 het diocesane proces voor de heiligverklaring van pater Adeodatus ingeleid door de instelling van een diocesane onderzoekscommissie bestaande uit de bisschoppelijke afgevaardigde, de promotor van gerechtigheid en een notaris. Als voorbereiding hierop stelde de bisschop op 10 december 2018 een historische commissie in, bestaande uit vijf leden. Zij brachten op 9 februari 2021 verslag uit aan de bisschop. De bisschop heeft ook twee theologische censoren benoemd. Nadat de bisschop de verslagen van al deze deskundigen had ontvangen, heeft hij op 15 oktober 2021 het diocesane onderzoeksgerecht ingesteld en de vragenlijst en de getuigenlijst goedgekeurd. Nadat het gerecht zijn onderzoek had afgerond en alle vereiste formaliteiten waren vervuld, heeft de bisschop op 20 oktober 2024 het diocesane proces gesloten. Onmiddellijk na de afsluiting werd de doos naar de nuntiatuur gebracht en van daaruit naar het dicasterie. Op 14 mei 2025 heeft het dicasterie zijn instemming gegeven om de zaak voort te zetten. Nu moeten we wachten op de benoeming van de relator die de Positio zal schrijven.    

Lees meer artikels.