Skip to content
Homilie

Homilie Pater Piet Hoornaert 16 november 2025 : 33ste zondag door het Jaar C

Mensen in Jezus’ voetspoor beschikken over een innerlijke kracht.

Homilie Pater Piet Hoornaert 16 november 2025 : 33ste zondag door het Jaar C

OPENINGSWOORD 

Wat opvalt in de ‘eindtijdteksten’ die we in de Bijbel vinden, 
is dat het eigenlijk amper gaat over … de éindtijd. 
Het gaat eerder over wat eraan vooraf gaat – 
en dat is dus onze huidige tijd! 
En wat opvalt aan die zogenaamde ‘huidige tijd’, 
is dat deze blijkbaar evenzeer gaat over Jezus’ tijd als ónze tijd, 
en àlle tijd daartussen. 

Blijkbaar zijn dus die ‘verwarrende tijden’ … in feite van àlle tijden! 
Als je dat toch betwijfelt, kun je dat eenvoudig vaststellen 
Door eens aan je (groot)ouders te vragen 
hoe zij hun jongere tijd beleefden.
Geen enkele tijdsperiode is unaniem positief of negatief.

De grote tijdsgeschiedenis verloopt niet anders 
dan de kleine tijd van ons leven!

Van die eindtijd wordt gezegd 
dat definitief afgerekend wordt met alle kwaad.
Voor wie gelooft, is er nooit een reden tot ‘doemdenken’.

De profeet Maleachi, Paulus en Jezus waarschuwen ons
tegen complot-denken, dweperij en paniek.
Ze manen ons aan tot nuchtere standvastigheid en vertrouwen
in God die ons – in welke situatie ook – steeds liefdevol nabij is 
en – op zijn tijd en op zijn manier – een hoopvolle toekomst garandeert.

KYRIE-LITANIE

Heer, Gij zult komen om alles te herstellen. 
Heer, ontferm U over ons.

Christus, Gij nodigt ons uit tot standvastigheid. 
Christus, ontferm U over ons.

Heer, Gij zijt onze wijsheid en onze vrede. 
Heer, ontferm U over ons.

V. Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven en ons geleiden op de weg naar het volle leven.

 

HOMILIE

Lucas 21, 5-19 

Het is de diepe overtuiging van de Bijbel dat onze geschapen wereld niet zal blijven bestaan. Maar even sterk is ook de overtuiging dat God de wereld niet zal loslaten. Er wacht een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Bovendien is de ondergang van deze zichtbare wereld niet voor onmiddellijk. In Jezus’ tijd en ook op onze dagen waren en zijn er wel mensen dit einde al aankondigen.

Je niet bang laten maken.

Maar Jezus zelf blijft heel realistisch in die uiteindelijke realisatie van het Rijk van Gods liefde. Vooral de speculaties over het “hoe” en het “wanneer” van het einde van deze zichtbare wereld, vinden bij Hem geen ingang. Zijn antwoord luidt: “Wees op uw hoede dat gij niet in dwaling gebracht wordt. Al die verschrikkingen en wederwaardigheden, dat alles moet wel eerst gebeuren, maar het einde volgt niet terstond!” 

De boodschap van evangelie van vandaag wil dus niet bang maken met de ondergang van de wereld, maar vooral de kracht van Jezus’ woorden benadrukken: “Het zal voor u uitlopen op het geven van getuigenis met standvastigheid”. In deze tussentijd moet dus Gods liefde verkondigd en beleefd worden. Dat is de opdracht van ons christenen in deze soms moeilijke omstandigheden. 

Mensen vandaag bouwen in volle vertrouwen en met alle beschikbare middelen aan deze wereld. Ook christenen proberen van de wereld een huis voor zoveel mogelijk mensen te maken. Wij zijn daartoe beter uitgerust dan vroeger. Wij leven langer, beschikken over wetenschap en techniek en zijn beter gewapend tegen allerlei ziekten en vormen van aftakeling. 

“De mens is slaaf van de verstrooiing” (B. Pascal).

Maar ook in zo’n wereld zoekt de mens toch naar een dieper fundament. “Wie en wat inspireert mij in de uitbouw van deze wereld?” Wat is de levenszin? Zo krijg je als christen zicht op een diepere relatie met God, die uitnodigt tot jouw inbreng bij de opbouw van deze wereld en van jezelf. H. Augustinus in de 5e eeuw zei: “Onrustig is ons hart, tot het rust vindt in U, God.” 

Maar mensen kunnen ook kiezen voor de oppervlakte. “De mens is slaaf van de verstrooiing”, zei Blaise Pascal in de 17de eeuw. De dagdagelijkse levensstijl van veel mensen laat inderdaad weinig ruimte voor diepgang. Ze hebben van de zelfrealisatie een zo’n centrale waarde gemaakt, dat ze vergeten om een kind van God te zijn.

In deze cultuur blijft een christen wél gelovig openstaan voor de persoon van God, zoals Hij zich in de H. Schrift laat kennen. In Jezus heeft God zich helemaal uitgesproken. Daarom zijn Jezus’ woorden en daden in het evangelie zo belangrijk. Mensen in Jezus’ voetspoor beschikken over een innerlijke kracht, die hen in staat stelt de uitdagingen en wederwaardigheden van het leven aan te kunnen. 

Maar het christelijk getuigenis zal niet steeds kunnen rekenen op een warm onthaal. Er zal van meet af aan ook tegenstand zijn. Ook vandaag. Daarom is een bewust en diepgeworteld geloof noodzakelijk. Christenen vinden hun sterkte bij de Bron. Om die reden maken christenen tijd vrij om te bidden, om zich via lectuur in het leven en de boodschap van Jezus te verdiepen, om samen met anderen de liturgie te vieren, om bezinningsdagen in hun agenda in te bouwen. Daar wordt de innerlijke veerkracht gevoed om van Jezus te getuigen, zelfs bij vervolging. “Ik zal u een taal en een wijsheid geven die geen van uw tegenstanders zal kunnen weerstaan of weerspreken.” Zo sterk zal Jezus’ Geest werkzaam zijn. 

We weten eigenlijk wél goed wat er na onze dood gebeurt!

Het is ook goed in deze novembermaand te beseffen wat ons persoonlijk aan het einde van ons aardse leven te wachten staat. Allen zijn we geschapen om eens voor altijd samen te zijn met de Heer (1 Tes 4,17). Zolang we hier op aarde leven, zijn we wel nooit van God gescheiden. Maar omdat we zo afhankelijk zijn van wat we kunnen zien en horen, valt het ons bij momenten moeilijk, volledig in deze onzichtbare werkelijkheid te geloven.

Als we sterven, wordt dan de sluier van onze ogen weggenomen en zien we eindelijk duidelijk wat tot dan toe verborgen was. Soms krijgen we te horen dat we eigenlijk niet weten wat er na de dood komt, dat nog niemand is teruggekeerd, dat men nooit zeker kan zijn. Het is echt onthutsend dat zulke uitspraken zelfs van zogenaamde christenen te horen zijn. 

Het is juist de centrale waarheid van ons geloof dat er wèl Iemand teruggekeerd is, dat is juist de Verrezen Jezus, die gestorven was aan velen verschenen is. Zij hebben Hem gezien, hebben met Hem gesproken en gegeten. We weten dus heel goed wat er na de dood gebeurt. Als we sterven mogen we de drie-ene God ontmoeten die de liefde zelf is. Hij zal ons armzalig lichaam gelijkvormig maken aan zijn verheerlijkt lichaam (Fil 3,21), een lichaam vrij van alle beperkingen, ook tijd en ruimte, en van zondigheid. 

Tot de zaligheid van de hemel behoort dus de gemeenschap met de drie-ene God. Maar ook met de engelen en heiligen, met de familieleden en vrienden uit de tijd van ons aardse leven. Tot de hemelse zaligheid behoort de vreugde over de schoonheid van Gods werken in de schepping en in de geschiedenis, over de overwinning van de waarheid en de liefde in ons eigen leven en in het leven van anderen.

De intense vreugde in de hemel bij God.

Omdat de hemel de bekroning van het leven is, worden ook onze inspanningen en de vrucht van ons aardse leven opgenomen in de verheerlijking van het eeuwig leven. De vreugde van de hemel is daarom ook vreugde over het loon dat wij mogen ontvangen (vgl. Mt. 5,12). Zo bekroont God het werk van zijn eigen genade bij de bekroning van onze deugdzaamheid, van onze openheid voor Hem en van onze verdiensten. 

Ieder zal zo van God het hem toekomend honorarium ontvangen (vgl. Mt. 16,27; 1 Kor. 3,8). Op grond daarvan zijn er verschillende graden van hemelse zaligheid. Maar zal ieder van ons op zijn eigen manier toch ten volle vervuld zijn. De kerkleraar Joannes van het Kruis heeft het in zijn “Geestelijk Hooglied” over symfonische muziek van de gelukzaligen “die elk, volgens hun eigen wijze van verheerlijkt zijn, God voortdurend lof prijzen en danken”.  

De geborgenheid, vrede en vreugde, die dat altijddurend samenzijn met de Heer met zich meebrengt, kunnen we ons niet indenken of voorstellen. Dàt gaat ons echt te boven. Maar dat betekent niet dat de hemel geen werkelijkheid zou zijn en dat wij niets daarover weten. En de heilige Elisabeth van de Drie-eenheid herinnert ons eraan dat de hemel nu al begint op het niveau van onze ziel waar we - sinds ons doopsel - in gebed God gezelschap mogen houden.

 


VOORBEDEN  

V.  Jezus spreekt voor ons ten beste.
Laten we samen met Hem bidden tot God.

L. 
Om energie en enthousiasme 
voor wie een verantwoordelijkheid dragen in de Kerk 
en getuigen van Gods Geest die inspireert en in beweging zet... 

Om hulp en steun voor wie gebukt gaan 
onder onrecht, oorlog of armoede
en uitzien naar vrede en gerechtigheid… 

Om moed en nabijheid voor wie geen werk hebben 
of bang zijn om hun werk te verliezen…

Om volharding en standvastigheid 
voor christenen die vervolgd, geminacht of beschuldigd worden omwille van hun geloof… 

Om hoop en vertrouwen 
voor wie verlamd zijn door angst en paniek 
en zich zorgen maken over wat er in de wereld gebeurt… 

V.  Goede God,
Gij kent ons verlangen naar vrede en geluk. 
Schenk ons de blijvende zekerheid van uw liefde 
in de wisselende omstandigheden van het leven. 
We vragen het U door Christus, onze Heer.