Skip to content
Homilie

Homilie Pater Paul De Bois 2 november 2025 : Allerzielen

De dood is niet het eindpunt: het leven overwint.

Homilie Pater Paul De Bois 2 november 2025 : Allerzielen

Allerheiligen en Allerzielen, ze vormen een tweespan. Gisteren herdachten we al die mensen die voor goed in Gods eeuwig leven delen. Vandaag, Allerzielen, zijn we biddend verbonden met onze overledenen. En dan gaat het over mensen die we goed gekend hebben: familie, vrienden, collega’s, buren, mensen uit onze geloofsgemeenschap. We bidden dat ook zij mogen rusten in de palm van Gods hand. Dat ze delen in Gods barmhartige liefde. 

Dat is Allerzielen en dat gedenken we met stilte, met gebed, met bloemen. Onze lieve doden, ze zijn vandaag meer in onze gedachten aanwezig dan gewoonlijk. 

We missen hun liefde, hun inzet, hun aanwezigheid, hun woorden. Wij gedenken hen op sobere wijze, zoals de sfeer van Allerzielen ook is: sober en beheerst. Maar dat is niet overal ter wereld zo. Er zijn gemeenschappen waar Allerzielen een feestelijk gebeuren is dat men bij de overledenen viert: op het kerkhof dus. Daarbij wordt muziek gemaakt en gezongen en weten de mensen hun overledenen heel nabij. De doden horen bij het leven. 

Wij voelen Allerzielen niet direct aan als een feest. Voor ons is deze dag meer de uitdrukking van de pijn van het verlies. Maar ook de uitdrukking van onze hoop dat we de dood – en ook ons eigen sterven – en de daarbij horende droefheid in het perspectief mogen zetten van het leven, sterven en verrijzen van onze Heer Jezus Christus. Het leven waar de dood geen vat op kreeg. 

Het sterven van mensen slaat wonden en veroorzaakt veel verdriet. Dat moeten we niet wegstoppen. Geef het verdriet maar een plaats … maar temidden van dat verdriet vertellen we elkaar het Jezusverhaal. Jezus: “de Verrijzenis en het Leven”. En, “Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij of zij gestorven”, zegt Jezus. Dat zijn heel sterke woorden waaruit blijkt dat God, dat Jezus ons nabij is, in goede en kwade dagen. 

Zo valt het licht van de verrijzenis reeds op het graf van onze doden. Witte bloemen op het graf of bij de strooiweide of bij een foto zijn voor ons christenen de aankondiging van het nieuwe leven dat Jezus ons geven zal. 

Het graf is a.h.w. “een kleedkamer” … een mens legt er het kleed van de sterfelijkheid af om zich te bekleden met het witte kleed van de onsterfelijkheid. 

Zeker, wij treuren ook omdat we diegenen moeten missen, die wij eigenlijk niet kunnen missen, maar onze droefheid wordt verlicht door het geloof in Jezus’ verrijzenis. 
“Je mag niet treuren zoals de heidenen die geen hoop hebben”, zegt Paulus. 

Wanneer in de Heilige Schrift sprake is van leven na de dood, wordt het beeld gebruikt van het feestmaal. Ik denk dan aan de mooie psalm 126: “Als God ons thuis brengt na onze ballingschap, dat zal een droom zijn; wij zullen dansen, zingen, lachen, gelukkig zijn”. Paulus zegt het zo: “Dan zullen wij voor altijd samen zijn met de Heer”. 

Die verbondenheid groeit nu reeds, door ons doopsel zijn we voorgoed met Christus verbonden. Die genade doet ons boven onszelf uitgroeien, doet ons reikhalzend uitkijken naar Gods belofte: “Zie, Ik maak iets nieuws, het is al aan het kiemen”. 

De dood is niet het eindpunt: het leven overwint. Het leven overwint dankzij de kracht van de heilige Geest, Gever van alle leven. Daarom zijn wij niet wanhopig verdrietig zoals mensen die geen perspectief hebben. Angst en onmacht maken plaats voor kracht en vertrouwen. Onze hoop op God is altijd weer groter dan de dood, ons verlangen naar leven groter dan de dood. 

Misschien is dat geloof al een beetje verrijzen.

We keren ons naar Jezus, want zijn leven spreekt ons aan. Het was te denken dat Jezus die de machtigen niet naar de mond heeft gesproken, zou sterven op een kruis. Maar het beeld dat blijft is dat van de Levende, de Verrezene. Daarom brandt de paaskaars. 

Hoe groot het treuren om een geliefde dode ook blijft … we weten dat wat God eens met hem / met haar is begonnen; wat je samen mocht beleven, het heeft eeuwigheidswaarde. Dat stemt ons dankbaar. 

Daarom zijn we samen om te bidden. Samen bidden voor onze overledenen geeft ons de kracht van de verrijzenis en is onze vraag: 

  God, haal ons weg uit dodende verlatenheid
  breng ons bij U, bij elkaar, bij onszelf
  in Jezus’ Naam.