
Homilie Pater Paul De Bois 21 september 2025 : 25ste zondag door het Jaar C
Met zijn parabel stelt Jezus twee werelden tegenover elkaar: die van het geld en die van God.

Het is heel begrijpelijk dat het eerste stuk van het Lucas-evangelie tussen haakjes wordt gezet. Dat moet in de zondagsviering niet voorgelezen worden. Geen wonder, want eerlijk gezegd weet ik er ook niet zo goed raad mee. Het is gewoon niet uit te leggen. Een rentmeester die zijn ontslag vreest, omdat het uitgekomen is dat hij “gefoefeld” had. En dat doet hij nu opnieuw! Hij laat doodgemoedereerd de schuldbrieven veranderen.
In deze parabel over een rijk man en zijn rentmeester houdt Jezus ons een spiegel voor die niets aan actualiteit verloren heeft. In het nieuws worden we bijna dagelijks geconfronteerd met gevallen van corruptie, belangenverstrengeling en zelfverrijking. Blijkbaar is het verleidelijk om het eigenbelang en de eigen veiligheid op de eerste plaats te zetten. En dat wordt – wanneer je niet echt gaat nadenken over de tekst - in het evangelie niet eens scherp veroordeeld.
De vraag blijft: wordt deze man ons nu tot voorbeeld gesteld of niet? Het blijft een vraag, waarop geen antwoord te geven is. Misschien is dat de reden dat dit stukje tussen haakjes wordt gezet.
Maar het behoort wel tot het evangelie: we moeten er dus wel over nadenken, of het stukje nu tussen haakjes wordt geplaatst of niet.
De rentmeester is zoals we wel eens over iemand zeggen: “niet van gisteren” … iemand die zich uit alle, ook netelige situaties weet te redden. Ieder van ons kent vandaag ook wel zulke mensen … mensen voor wie alle middelen goed zijn om hun hachje te redden.
Met het evangelie vandaag krijg ik het wat moeilijk wanneer Jezus die man prijst “omdat hij met overleg heeft gehandeld”. Dan zeg je toch: dat kan niet; die man is toch niet eerlijk! En dat is ook zo, dat kan inderdaad niet. Jezus zou Jezus niet zijn als hij van het onrecht van die man een model zou maken voor zijn leerlingen.
Toch is het evangeliestukje over die rentmeester niet zo moeilijk als je op het eerste zicht zou denken. Jezus prijst niet het gesjoemel van de man. In de parabel is vers 8 hét centrale zinnetje: "de heer prees in de onrechtvaardige rentmeester dat hij met overleg had gehandeld". Dat, en dat alleen wordt geprezen: de kinderen van deze wereld handelen met meer overleg dan de kinderen van het licht. Dat is het dus: de rentmeester had met overleg gehandeld, maar ‘had hij zich vrienden gemaakt door middel van de onrechtvaardige mammon'. Het enige wat hij deed, was dat hij op willekeurige wijze een deel schrapte van wie schuld had aan zijn meester. Het enige wat telde was louter zijn eigenbelang, hij handelde niet uit liefde.
Met zijn parabel stelt Jezus twee werelden tegenover elkaar: die van het geld en die van God.
Jezus spoort ons daarbij aan om voor het Rijk Gods te doen wat deze wakkere econoom doet voor zijn eigen zaken, dan zou dat Rijk Gods er beter op worden.
Misschien moeten we af en toe onszelf daarover eens bevragen. Ik denk dat we niet lang moeten nadenken over de vraag waarmee we het meest bezig zijn: met geld en welstand, of met ons geloof. Met ons eigen rijk, of met het Rijk van God. Ik denk dat het antwoord heel snel gegeven zal zijn. Misschien moesten we ons dus maar eens wat meer inzetten voor Gods Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid, en wat minder voor ons eigen rijk, onze eigen rijkdom. Misschien moeten we wat vindingrijker worden als het om ons geloof gaat, en wat minder gewiekst als het om geld en bezit gaat. Niet dat we dat niet nodig hebben. Maar alleen, of toch bijna alleen, bekommerd zijn om ons aardse bezit is toch ook maar pover.
Nog iets raars in het evangelie: Jezus raadt ons dus aan onze rijkdom te gebruiken om vrienden te maken. Maar weten we niet – soms zelfs uit ondervinding – geld maakt géén goede vrienden. We weten toch hoe het loopt: geld op, vriendschap ten einde.
Het is niet dat soort vriendschap dat Jezus voor ogen heeft. Wel een grote aandacht voor vriendschap met wie met armoede geconfronteerd wordt, of dreigt onder te gaan aan de rand van onze samenleving. Hij roept ons op om onze rijkdom te delen, om op te komen voor de armen en om onrecht uit de wereld te helpen. Want zo zullen we vrienden maken in de hemel. Zo dienen we ook God.
God dienen! Het klinkt zeker wat vreemd in onze tijd? Dienaren van God, dat zijn heiligen! Maar wij? Het komt zeker wat vreemd over. Toch zou die gedachte ons moeten wakker schudden.
God dienen betekent: in je leven rekening houden met God, Hem de plaats geven die Hem toekomt. Jezus zegt in het evangelie: "Je kunt niet de ‘mammon’ dienen." De ‘mammon dienen’ wil zeggen: alle heil verwachten van geld en rijkdom. Jezus zegt: God en de mammon zijn twee totaal van elkaar gescheiden werelden. Je kunt niet alle heil verwachten van God en tevens van de mammon.
Broeders en zusters, ik nodig je vandaag uit je even ernstig en oprecht te bezinnen op de betekenis van het woord: "God dienen"! Vraag je eens af wat het concreet voor jou betekent: ik wil met God te doen hebben; ik wil in de moeilijke situaties van mijn leven bij God te rade gaan, ik wil mij richten naar Zijn woord.
Alleen als we ons die vragen durven stellen kan de Heer ons prijzen, omdat wij met overleg hebben gehandeld.
Wij handelen met overleg als we niet doof zijn voor zijn uitnodiging, als we niet blind zijn voor zijn tekens, als we niet gevoelloos zijn voor zijn aansporingen, als we niet aarzelen bij een gewetensvolle beslissing, als we niet werkeloos blijven bij Gods werk in ons…
Lees meer artikels.
