
Homilie Pater Lukas Martens 17 augustus 2025 : 20ste zondag door het Jaar C
Niet anders kunnen dan tot het uiterste gaan om Gods liefde bij de mensen te brengen.

Oei, Jezus, wat zeg Je nu?
Oei, Jezus, wat zeg Je nu? ‘Ik ben geen vrede komen brengen, maar het zwaard. En wij die de vrede nu zo nodig hebben? Is dit evangeliestukje wel blijde boodschap? Verdeeldheid in de gezinnen? Dat is toch het slechtste wat er is? Het was zo dat in de eerste eeuwen van het christendom mensen tot geloof in Jezus kwamen terwijl anderen in hun gezin of familie niet. Trouwens dit gebeurt nu nog op vele plaatsen op de wereld, waar christenen vervolgd worden. En als we naar het wereldgebeuren kijken moeten we bekennen dat godsdienstig zijn en fanatiek zijn soms dicht bij elkaar liggen. Denken we maar aan de godsdienstoorlogen, aan de vermenging van godsdienst en politiek. Iets dergelijks is gebeurd in de tijd van Jeremia.
Jeremia
Jeruzalem was in handen gevallen van de koning van Babel. Een groepje aanzienlijken wil het volk en de koning tot opstand brengen tegen Babel. Ze hadden de indruk dat de macht van Babel verzwakt was en dat nu het moment gekomen was om zich van Babel los te maken. Maar daarmee wilden zij vooral hun eigen positie beveiligen. Jeremia doorziet hun opzet en God maakt hem duidelijk dat het volk alleen redding zal vinden door zich aan Babel over te geven. Maar Jeremia wordt de mond gesnoerd en in een put gegooid om er te stikken in de modder. Nog juist op tijd kan een vreemdeling hem redden omdat hij de moed had voor Jeremia bij de koning ten beste te spreken. Een verhaal dat herkenbaar is tot op vandaag. Zo gaat het er spijtig genoeg in onze wereld nog altijd aan toe. Hoe moeilijk is het om op te komen voor het algemeen welzijn als een groep aanzienlijken alles doen om eigen positie te willen handhaven.
Innerlijke gedrevenheid
Nu horen we Jezus zeggen: Nee, ik ben geen vrede op aarde komen brengen, maar het zwaar en vuur en verdeeldheid. Hoe moeten we dat begrijpen. Nee, Jezus heeft niet de bedoeling om vuur te laten neerkomen op zijn vijanden zoals de profeet Elia dat eertijds deed. Het vuur waarover Jezus spreekt is zijn innerlijke gedrevenheid, het niet anders kunnen dan tot het uiterste gaan om Gods liefde bij de mensen te brengen. In Jezus wordt duidelijk dat woorden alleen en ook nog het goede voorbeeld niet volstaan om het hart van mensen te raken. Daarom zal het nodig zijn dat Jezus een doopsel ondergaat en ondergedompeld wordt in een zee van verraad, verwerping, haat, foltering en dood. In Jezus’ lijden en kruis is het God die in zijn liefde voor mensen tot het uiterste gaat. Het kwaad wordt overwonnen door geweldloze kwetsbaarheid.
Vastberaden en verdraagzaam
Zo is Jezus aanvoerder en voltooier van ons geloof. Jezus loopt voorop in schande en kruis maar daar doorheen ook in de heerlijkheid die ons wacht. Dit is Jezus’ antwoord op elke vorm van fanatisme: het kruis met zijn bede ‘Vader, vergeef hen want ze weten niet wat ze doen’. Dus komt het er voor ons als leerlingen van Jezus op aan dat we van de ene kant vastberaden zijn in de overtuiging van ons geloof en dat we van de andere kant uiterst verdraagzaam zijn naar andersgelovigen of niet-gelovigen toe. En dat is een moeilijk evenwicht. Dit veronderstelt ook dat wij onszelf in vraag durven stellen. Uiteindelijk is het de kern ons geloof dat elke mens een kind is van God, door Hem uitgedacht, gedroomd, gewild, geschapen en bemind. Daarom verdient elke mens eerbied en respect. Moge de Heer bij zijn komst in deze Eucharistie ons daartoe bekwamen.
Lees meer artikels.
