Skip to content
Homilie

Homilie Pater Roeland Van Meerssche 3 augustus 2025 : 18de zondag door het Jaar C

Jezus wendt onze blik naar een andere overvloed, een andere rijkdom, een ander leven.

Homilie Pater Roeland Van Meerssche 3 augustus 2025 : 18de zondag door het Jaar C

Broeders en zusters,

Afgelopen zondagen kwamen in de liturgie drie prachtige evangelies aan bod. We lazen bij Lucas de parabel van de barmhartige Samaritaan, zijn verhaal over Marta en Maria, en het ‘Onze Vader’ dat Jezus ons leerde te bidden. Alle drie deze evangelies geven een heel concrete invulling aan het ‘rijk zijn bij God’ van vandaag. Het was driemaal een kwestie van voorrang geven: niet aan jezelf in je rijkdom, maar aan een ander in zijn nood; niet aan jezelf in materiële dingen, maar aan de binnenkant, aan het luisteren naar Gods woord. 

En vandaag vertelt Lukas ons over een man die met zijn broer overhoop ligt omtrent een erfenis. De man wil dat Jezus de zaak in orde brengt. Maar Jezus geeft hem ten antwoord: ‘Wie heeft mij tot scheidsrechter over u aangesteld?’. Deze kwestie geeft Jezus wel de mogelijkheid om nog eens duidelijk te maken hoe betrekkelijk aards bezit is. Hij vertelt dan de volgende gelijkenis.

Een man heeft een overvloedige oogst binnengehaald. Hij breekt zijn oude schuren af en bouwt nieuwe, grotere om zijn oogst in op te bergen. Niets kan hem nu nog deren. Voor de komende jaren is hij binnen. Dan klinkt in het verhaal een stem die zegt: ‘Dwaas! Vannacht nog wordt je ziel opgeëist, en voor wie zijn dan al die bezittingen?’

Het woord ‘dwaas’ heeft in de Bijbel een zware lading. Het wil zoveel zeggen als ‘ongelovige, ontkenner van God’. In de psalm zegt de dwaas: ‘Er is geen God’. Een man die zijn hoop stelt op rijkdom kan zijn vertrouwen niet stellen in God. Hij zoekt zijn zekerheid in aardse schatten. Hij is dwaas en niet wijs. Zo zegt de Schrift: ‘De wijze is rijk bij God’. De wijze hoeft niet van alles veilig te stellen voor zichzelf. Hij doet wat Lucas elders zegt: ‘Hij geeft aalmoezen en verschaft zich beurzen die niet verslijten, en verwerft zich zo een schat in de hemel. En waar zijn schat is, daar is ook zijn hart’. 

Het evangelie volgens Lucas wordt wel eens genoemd: ‘het evangelie van de barmhartigheid’. Maar toch kan Lucas ook harde taal spreken als het gaat over de tegenstelling tussen arm en rijk. We zien dat in zijn versie over de zaligsprekingen, in de parabel van Lazarus en de rijke vrek. Rijkdom is in de ogen van Lucas vaak vermengd met onrecht. Daarom gaat Gods barmhartigheid uit naar de kleinen en de verdrukten. Voor hen is het koninkrijk van de hemelen. 

Dat wil Jezus ons zeggen: het echte leven van de mens is niet te vinden in rijkdom; het ligt elders. Hij zal niet vergaren voor zichzelf, maar hij zal rijk zijn in God. Jezus wendt onze blik naar een andere overvloed, een andere rijkdom, een ander leven. Het is wat ook Paulus zei in de tweede lezing: ‘Streef naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is’ (Kol 3, 1-2). Want het aardse, dat hoorden we in de eerste lezing, is ijl en vergankelijk.  Om dat te kunnen, zegt Paulus, moeten we de oude mens met zijn gedragingen afleggen en ons bekleden met de nieuwe mens. Elders zal hij zeggen: ons bekleden met Christus. 

Voor Paulus is het zeker niet zo dat voor hem de aarde niets met de hemel te maken heeft. Wie zint op het hemelse, zal hier en nu op deze aarde alles in het werk stellen om goed te leven. Paulus schrijft in de tegenwoordige tijd. We zijn gered. We zijn met Christus gestorven en opgestaan. Christus is ons leven hier en nu. De kwaliteit van ons leven, hier en nu, is het logische gevolg van onze verbondenheid met de Heer. 

Eigenlijk is het een beetje spijtig dat de lezing uit deze brief van Paulus niet wat verder doorloopt. Wat volgt heeft alles te maken met wat voorafging en is er moeilijk van los te maken.

Vandaag lazen we: ‘maak radicaal een einde aan immorele praktijken, ontucht, moedeloosheid, hartstocht, begeerlijkheid, hebzucht of afgoderij en leugen. Bekleed u met de nieuwe mens’. In wat volgt zegt Paulus: ‘Bekleed u als Gods uitverkorenen met tedere ontferming, goedheid, deemoed, zachtheid en geduld. Verdraag en vergeef elkaar. Voeg bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid. En laat de vrede van Christus heersen in uw hart’. 

Dat alles heet ‘rijk zijn bij God’: die vele kleine, goede dingen van het dagelijks leven, die misschien vlug voorbijgaan, maar die onvergankelijk zijn voor tijd en eeuwigheid. Amen.

P. Roeland