Skip to content
Homilie

Homilie Pater Lukas Martens 22 juni 2025 : Sacramentsdag

Dat ben Ik voor jou

Homilie Pater Lukas Martens 22 juni 2025 : Sacramentsdag

Groot geloof

Eucharistie vieren vraagt van ons een groot geloof. Het geloof dat God in Jezus mens is willen worden, helemaal aan ons gelijk. Een mens van vlees en bloed. En Jezus kon het niet over zijn hart krijgen om ons na zijn dood alleen te laten. Hij wist hoe zwak en blind wij zijn en hoe wij zo gemakkelijk meegesleept worden door wat ons verslaaft. In de Eucharistie wil Jezus daarom blijvend bij ons zijn om ons te helpen, te voeden en te sterken. Jezus wil zijn leven in ons komen verder zetten. En het evangelie van de broodvermenigvuldiging kan ons helpen dat beter te verstaan. 

Geeft gij hen maar te eten

Jezus had een grote menigte toegesproken en zieken genezen. Nu wordt het avond en de leerlingen willen de mensen wegsturen opdat ieder voor zich een plaats zou kunnen vinden om te overnachten. Maar nee, mensen wegsturen en ieder voor zich, dat is niet Gods bedoeling. ‘Geeft gij hen maar te eten’, zegt Jezus. Maar wat doe je met vijf broden en twee vissen voor 5000 mannen, vrouwen en kinderen niet meegerekend? Waar onze menselijke mogelijkheden eindigen, waar mensen het willen opgeven, daar kan Jezus blijkbaar nog altijd verder. Onze wereld zit vol uitzichtloze situaties, zoveel mensen aan hun lot overgelaten. Alles wat wij kunnen doen lijkt ontoereikend. Maar voor Jezus niet. Hij laat de mensen neerzitten in groepen van 50. Iedereen hoort erbij, iedereen wordt meegeteld.  

O Heer, hier ben ik

En dan moeten de leerlingen hun 5 broden en 2 vissen aan Jezus geven. We zouden het kunnen vergelijken met de gaven die de misdienaars naar het altaar brengen. Wat geven wij aan Jezus tijdens de offerande? Als we erkennen dat alles wat we zijn en hebben een gave is van God, ja, dan kunnen we dat aan Hem teruggeven, met dankbaarheid, het in Zijn handen leggen als iets dat Hem toebehoort: O Heer, hier ben ik, neem mij aan, met alles wat ik ben, met alles wat ik heb, met mijn zorgen en mijn verlangens. 

Zegen

En wat doet Jezus daarmee? Hij slaat zijn ogen ten hemel en spreekt er de zegen over uit. Jezus maakt verbinding met Zijn Vader, Hij dankt de Vader voor alles wat Hij aan mensen heeft gegeven en vraagt dat die gaven een goddelijke aanraking zouden ontvangen opdat zij tot zegen zijn voor ons en voor allen. Zegenen is vruchtbaar maken en vermenigvuldigen. Zo zegende Melchisedek Abraham die zopas de zoon van zijn overleden broer bevrijd had omdat die door de vijand gevangengenomen was. Zoiets verdiende een zegen. 

Breken

En dan breekt Jezus de broden. Dat is pijnlijk. Het is een kruis. Jezus heeft zich voor ons laten breken in de dood. Breken om te kunnen delen. Door het brood te breken en het uit te delen aan velen, kan er eenheid groeien. Allen die eten van hetzelfde brood, kunnen dan ook éénzelfde lichaam vormen. Jezus geeft zichzelf aan ieder van ons. Dat is het moment van de communie. Hij komt in ons zijn leven verder zetten. 

Koning bedelaar

Tot slot nog de parabel van de koning en de bedelaar die aantoont hoe belangrijk het is dat wij tijdens de offerande iets aan Jezus geven. Een bedelaar is op weg en hoort achter zich paarden aankomen. Hij kijkt om en ziet paarden met een koets, en wel een koninklijke koets. Dat is de dag van mijn leven, zegt hij bij zichzelf. Als ik mij hier goed zichtbaar opstel en mijn hoed voor mij houd, zal de koning zeker niet aan mij voorbijgaan zonder mij iets kostbaars te geven. En inderdaad, de koetsier doet de paarden vertragen tot bij de bedelaar, de koning in eigen persoon stapt uit en gaat naar de bedelaar toe. Maar de koning vraagt: beste man, kan jij mij vandaag iets geven? Maar, sire, ik heb niets, ik ben een bedelaar. Heb je echt niets om mij te geven, het moet niet veel zijn, herhaalt de koning.  En de bedelaar tast in zijn zak, haalt er 5 kleine graankorreltjes uit en legt die in de hand van de koning. De koning dankt hem heel hartelijk en vertrekt weer. De bedelaar blijft achter met de grootste ontgoocheling van zijn leven. Hij stapt verder, hij krijgt honger. Hij wil wat graan nemen uit zijn tas. En wat ziet hij? Bij het graan liggen er 5 gouden graankorreltjes te blinken. Ach, nu begrijp hij het: had ik maar alles gegeven, zegt hij. 

Dat ben ik voor jou 

Mensen mogen kiezen wat ze geven aan God: iets, veel of alles. De leerlingen hebben alles gegeven, en ook Jezus: zijn lichaam, zijn bloed, zijn moeder, zijn geest. Niets heeft Hij voor Zichzelf gehouden. En zo wordt Zijn leven vermenigvuldigd: een leven voor ieder die Hem wil ontvangen. Zoals de graankorrels veranderden in goud, zo verandert het brood en de wijn in Zijn Lichaam en Zijn Bloed. Neemt en eet, neemt en drinkt, zegt Hij, dat ben ik voor jou. Het gebeurt bij elke communie. Ongelooflijk en toch waar.