
Homilie Pater Piet Hoornaert 19 januari 2025 : 2de zondag door het Jaar C
De eerste lezers van de evangelist Johannes wisten maar al te goed wie met bruid en bruidegom bedoeld werden.

OPENINGSWOORD
Na de kersttijd klinken in de liturgie
nog steeds woorden van vreugde en verbondenheid.
Het beeld van bruid en bruidegom
vertelt hoe intens God met ons verbonden wil zijn
en het wondere gebeuren op een bruiloft
openbaart hoe Jezus onze ware vreugde is.
Laten we in deze H. Mis dankzeggen
om die vreugde en deze verbondenheid.
De aanvang van de “Gebedsweek
voor de Eenheid van de Christenen”
nodigt ons bovendien uit
om met de kracht van de H. Geest werk te maken
van verbondenheid in de grote verscheidenheid,
waarmee mensen hun geloof in Christus belijden.
Moge die verbondenheid vandaag in deze H. Eucharistie
onze échte vreugde zijn!
KYRIE-LITANIE
Heer, Gij vindt vreugde in ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, Gij weet wat wij nodig hebben.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, Gij blijft trouw aan uw verbond met ons.
Heer, ontferm U over ons.
V. Moge de trouwe God zich in zijn mateloze barmhartigheid
over ons ontfermen, onze zonden vergeven
en met ons op weg gaan
naar de volle vreugde van het leven.
Homilie
Joh 2, 1-12
Ik heb alvast een vraag: “Waar is de bruid en de bruidegom op die bruiloft te Kana”? Ik verlang hen samen met u graag te feliciteren, maar ze schijnen in het verhaal nergens te vinden. Er is wel sprake van veel water - zes kruiken van elk 100 liter - en van veel wijn, goede en nog betere.
Er worden een paar aanwezige gasten vermeld, o.a. Jezus met zijn leerlingen, en Maria, de moeder van Jezus. Maar nergens is sprake van een bruid en alleen aan het einde wordt de bruidegom even toegesproken. De aandacht gaat naar de wijn en het water, en naar Maria en Jezus.
Ik zal je hecht aan Mij verbinden.
Voor ons, mensen van deze tijd, roept dit vragen en problemen op, maar de eerste lezers van de evangelist Johannes wisten maar al te goed wie met bruid en bruidegom bedoeld werden.
Het beeld van de bruiloft herinnerde hen aan de tijd van de profeten en de woestijntocht, toen God bruiloft vierde met zijn volk. Zij snapten onmiddellijk dat God de bruidegom is en het volk Israël de bruid. Ze kenden de oude geschriften waarin bv te lezen stond: ‘Ik zal je voorgoed tot mijn vrouw maken, ik zal je hecht aan mij verbinden’ (Hosea 2,21).
Het gaat dus bij deze bruiloft van Kana, óver de geluksdag van twee particuliere personen heen, in feite om het Verbond tussen God en zijn volk. Dat verbond wordt voorgesteld als een huwelijk. Daarin mag die bruid mag delen in Gods trouw en zijn liefde. Dat brengt overvloed van leven, vreugde en geluk met zich mee. Die bruid staat voor het volk van God, aanvankelijk Israël, nadien de christelijke gemeenschap, onze kerkgemeenschap.
Kana: een ‘voorwoord’ dat je smaak doet krijgen.
Johannes plaatst dit verhaal over het wijnwonder van Kana aan het begin van zijn evangelie. Zo laat hij het publieke optreden van Jezus beginnen. Wat bedoelt hij daarmee? Als in een notendop en bij wijze van inleiding, vat hij het leven van Jezus, zijn zending, zijn boodschap samen, om het aan zijn lezers mee te delen. Het is een soort ‘voorwoord’, bedoeld om de lezers smaak te doen krijgen in de verdere inhoud van het boek.
Voor Johannes is Jezus iemand die van Godswege het leven van elke mens tot een feest wil maken. Jezus is gekomen om het échte, het volle, het eeuwige leven te schenken. Het leven dat hij mensen aanbiedt, is veel rijker, veel dieper, veel zinvoller dan het soms eerder waterachtig leven dat veel mensen leiden. In Jezus’ leven mogen we ook zien dat de goedheid, de mildheid en de trouw van God reikt tot over de dood; dat dood zelfs verandert in leven en dat liefde tussen mensen, dankzij de H. Geest, van water wijn kan maken. Want het leven is niet altijd een feest.
Als we Jezus volgen op zijn weg, is het niet de bedoeling dat we berusten in het alledaagse, dat zich niet laat veranderen, om ons dan af en toe helemaal te laten gaan op een feest. Over zo’n feest gaat het in het verhaal van de bruiloft dus niet. Het gaat over het feit dat Jezus dat alledaagse leven van ons wil omvormen naar iets beters, iets heel goeds. Als we Hem volgen, wordt het een feest. Dat wil zeggen: het dagelijkse van ons bestaan wordt een bron van levenskracht, omdat het door Hem veranderd wordt. Water wordt wijn.
Alle aandacht gaat naar Jezus.
Maria is er dus bij. Hoewel haar tussenkomst door Jezus schijnbaar wordt afgewezen, spoort zij de tafeldienaren toch aan om te doen wat Hij zal zeggen. Maria vond dat haar Zoon daar misschien wel iets aan kon doen.
Het zal Maria niet zijn ontgaan dat Jezus wel was veranderd nà zijn doop door Johannes en de tijd die Hij daarna in de woestijn had doorgebracht. Er straalde ongetwijfeld meer kracht, meer autoriteit uit. God had Hem gezalfd om zijn taak te beginnen, als geliefde Zoon van God en als lijdende Dienaar van Jahweh (Jesaja 53). Ze geloofde dus ook in zijn vermogen om mensen te helpen bij een praktisch probleem. Net zoals de profeet Elisa eeuwen geleden zo vaak mensen geholpen had door namens God een wonder te doen (2 Koningen 4-6). Maria besloot om Jezus een hint te geven.
Wat Jezus tegen zijn moeder zei, was geen verwijt over haar bemoeienis. Uit het woordgebruik in de brontekst blijkt dat Jezus op een respectvolle manier reageerde. Maar Hij maakte haar wel duidelijk dat Hij voortaan alles slechts deed, alléén in overleg met zijn hemelse Vader. Maar Jezus had niet gezegd dat Hij niets aan het wijn-tekort zou doen, alleen nù nog niet. Zie de actie van Maria dus als een daad van geloof en respect voor haar Zoon. Het wonder in Kana begon wél met deze geloofsdaad van Maria.
Mede door hun geloof, veranderde het water in wijn.
Op Gods tijd kwam Jezus dan in actie. De manier waarop Hij dat deed is opmerkelijk en interessant. Jezus' ogen vielen op enkele stenen vaten, die groot genoeg waren om deze te laten vullen voor de hoeveelheid wijn, die Hij hen wilde doen toekomen.
Ook daar was geloof voor nodig en dat toonden de dienaren door die vreemde opdracht toch uit te voeren. Daarna gaf Jezus hun een opdracht, die nog uitdagender was dan de eerste. Er was namelijk ook heel wat geloof nodig om met het water uit de vaten naar de ceremoniemeester te gaan om het door hem te laten proeven. Maar ze deden het tóch. Ook mee door hùn geloof veranderde het water in wijn. Overal waar mensen doen wat Jezus zegt, gebeuren wonderen van Jezus, waarbij het geloof van mensen ook een belangrijke rol speelt.
De ceremoniemeester was natuurlijk stomverbaasd en blij verrast. Bovendien verbaasde hij zich over de superieure kwaliteit van de wijn. Als Jezus iets geeft, is het van goede kwaliteit. En de ongeveer 600 liter wijn moet ook ruimschoots voldoende zijn geweest. De tafelmeester kent de herkomst van de voortreffelijke wijn niet. Hij doet zijn beklag bij de bruidegom en zegt daarbij meer dan hijzelf beseft: ‘U hebt de goede wijn tot nu bewaard”. De leerlingen begrijpen wel ‘waar deze wijn vandaan komt’ en ‘zij geloven nu echt in Jezus’.
Aandacht op Jezus en bevestiging van geloof van de leerlingen in Hem.
Dit verhaal vertoont dus tal van onverwachte en zelfs onlogische wendingen. Juist dat activeert ons als de toehoorders. Wij moeten ons dan ook afvragen: Waar gaat het hier over? Waarom doet Jezus hier zijn eerste wonder? Hoe bracht dit wonder de leerlingen tot geloof in Hem?
Was dit wonder wel echt nodig? De wonderen die Jezus later nog deed, verbeteren meestal de levenskwaliteit: iemands blindheid genezen, een lamme opnieuw laten lopen, Lazarus, de jongen van Naïm en de dochter van Jaïrus terug tot leven wekken, barmhartig zonden vergeven, zodat men weer nieuw kan beginnen … Dat is toch wel bijzonder. Maar water veranderen in wijn? Wat is het nut daarvan? Ja, voor de gasten op die bruiloft. Maar verder?
Kijk, het verhaal is vooral bedoeld om onze aandacht op Jezus te vestigen. Niet dat Hij wonderen kan verrichten. Het verhaal wil ons in feite iets diepers vertellen. Aan het einde van het verhaal staat namelijk dat dit het éérste wonderteken is dat Jezus heeft gedaan. En juist dit had Jezus nodig om van zijn vrienden de bevestiging te ontvangen dat zij in hem geloofden. En dat is ook echt méé een prima en geloofwaardige uitnodiging naar ons toe.
VOORBEDEN
V. Trouwe God,
tot in eeuwigheid.
Daarom bidden wij U;
in U zijn wij met elkaar verbonden:
1. voor mensen die elkaar hun “ja”-woord geven,
die - zij aan zij - door het leven willen gaan,
wàt de toekomst hun ook mag brengen;
dat zij geluk en vreugde bij elkaar vinden ...
2. voor mensen die “ja” zeggen tegen andersgelovigen,
die hun open en ontvankelijk tegemoet treden
en respect hebben voor de wijze waarop zij U dienen;
dat zij de eenheid in onze wereld bevorderen ...
3. voor de christelijke kerken, hier en overal,
dat zij “ja” durven zeggen tegen verzoening
en initiatieven nemen om samen te geloven;
dat zij eendrachtig bouwen aan uw kerk van liefde op aarde ...
4. voor jonge mensen die “ja” zeggen tot U,
als U hen roept om U te volgen als priester of religieus;
die luisteren naar uw Woord en het ter harte nemen;
dat zij van U vertellen, overal waar zij komen,
dat zij gezien, gekend en gehoord zullen worden ...
V. God,
wil onze gebeden verhoren
en schenk ons aan elkaar,
opdat geen mens verloren zal gaan.
Dat vragen wij U door Christus, onze Heer,
vandaag en morgen en altijd.
Amen.