Skip to content
Homilie

Homilie Pater Piet Hoornaert 6 april 2025 : 5de zondag van de Veertigdagentijd C

Ook Ik veroordeel u niet.

Homilie Pater Piet Hoornaert 6 april 2025 : 5de zondag van de Veertigdagentijd C

OPENINGSWOORD

Na het beeld van de onvruchtbare vijgenboom 
en de parabel van de barmhartige vader, 
beluisteren we vandaag in het evangelie
de ontmoeting tussen Jezus en de overspelige vrouw. 

Drie weken na elkaar ontvangen we zo in de liturgie 
verhalen van bekering en verzoening.
Ze sterken ons in het vertrouwen 
dat God uiteindelijk niemand afschrijft, 
maar dat Hij steeds in zijn barmhartigheid
een nieuw begin mogelijk maakt,
als er oprecht berouw, schuldbesef en bekering aanwezig zijn. 

Laten ook wij zo ons hart openen voor de nieuwe toekomst 
die God ook vandaag aan iedere van ons wil schenken. 

 

KYRIE-LITANIE

Heer, Gij maakt steeds een nieuw begin voor ons mogelijk.  
Heer, ontferm U over ons.

Christus, Gij schrijft woorden van liefde 
op de kromme lijnen van ons leven. 
Christus, ontferm U over ons.

Heer, Gij spreekt verzoenende taal 
en veroordeelt ons niet.  
Heer, ontferm U over ons.

V. Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, 
onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven.

 

HOMILIE 

Jo. 8, 1-11

In het Evangelie-passage vandaag van Johannes is de spanning erg voelbaar. Jezus verblijft eerst in Galilea, maar het Loofhuttenfeest komt eraan. Iedereen dringt er dan ook op aan dat Jezus naar Jeruzalem zou gaan. Maar Hij wil nog niet. Hij zegt: ‘Mijn tijd is nog niet gekomen’. Halverwege het feest gaat Jezus dan toch - in het geheim - naar Jeruzalem. Ondertussen is daar veel onenigheid: Johannes noteert: “Overal werd over Hem gesproken en sommigen vonden dat Hij een goed mens was, anderen meenden dat Hij het volk misleidde” (Joh. 7,6-13). Er is ook kritiek op zijn manier van omgaan met de regels van de wet. Jezus antwoordt hierop duidelijk: “Wat Ik onderwijs heb ik niet van mijzelf, maar van Hem die mij gezonden heeft”’.

Wordt Jezus in het nauw gedreven? 

In dit spanningsveld brengen de schriftgeleerden en farizeeën een vrouw bij Jezus, die op overspel is betrapt. Volgens de wet van Mozes dient de vrouw gestenigd te worden. Maar die geleerden willen graag weten wat Jezus hiervan vindt. Eigenlijk wordt deze vrouw gewoon gebruikt om Jezus in de val te lokken. Want als Hij zou zeggen: “Oké, laat haar maar stenigen” dan is Hij niet die leraar/Messias, die doorgaat als menslievend en vergevingsgezind. En als Hij zegt: “Nee, niet stenigen” is Hij voor hen ontrouw aan de wet van Mozes. 

Die schriftgeleerden en farizeeën hebben deze vrouw al veroordeeld. Zij hebben de stenen al in de hand, bij wijze van spreken. Zij zijn de zelfbewuste, zelfgenoegzame rechters die weten hoe het hoort. En de vrouw wordt gebruikt als een pion in een schaakspel, met daarrond die mensen met allerlei vooroordelen en oordelen. De kring om deze vrouw wordt zo nauwer en nauwer. En zoals zo vaak –handelt Jezus op een totaal andere wijze. Hij breekt de kring open. En hoe? Jezus schrijft iets in het zand. 

Wat schreef Jezus in het zand? 

Misschien tekende Jezus een lijn met streepjes, zoiets als op een kerfstok? Niet voor niets staat er dat die zelfbewuste mannen één voor één wegliepen, de oudsten het eerst. Hadden die misschien het meest op hun kerfstok? En de man in dit overspel, die blijkt zelf spoorloos. Misschien schreef Jezus in het zand om aan te duiden: “Bedenk toch, mens, wie je bent: uit stof genomen en tot stof terugkerend. Hoe durf je dan definitief oordelen over anderen, en jezelf in de plaats van God stellen, die de rechter is over leven en dood?” 

Het kan ook zijn dat Jezus heeft gedaan wat kinderen in hun spel zo gemakkelijk doen: iets opschrijven en het meteen weer uitvegen, dit om aan te duiden hoe God zélf is: blijer om één mens die zich bekeert. Hij wist onze zonden uit. Hij strekt een streep onder ons zondig verleden. 

Een andere, bijbelse mogelijkheid vinden we bij de profeet Jeremia: “Allen die U, God, verloochenen, staan beschaamd: zij die zich van God afkeren, staan geschreven in het zand, want zij hebben God, de bron van levend water, verlaten.” Geschreven staan in het zand, in de aarde, betekent dan letterlijk opgeschreven zijn in het dodenrijk, in de vergetelheid geraken, waar niemand nog aan je denkt. 

“Ook Ik veroordeel je niet”. 

Door dit typisch profetisch handelen, gaf Jezus een concreet antwoord op die beklemmende vraag. De hardheid waarmee de Schriftgeleerden en Farizeeën de wet naleven, is voor Jezus ten dode opgeschreven, omdat ze geen rekening houden met de concrete medemens. Dit betekent echter nog niet dat Jezus de wet overboord gooit. Hij ziet het gedrag van deze vrouw evenmin door de vingers. Maar Jezus staat niet toe dat wij het recht zomaar in eigen handen nemen, om ‘definitief’ te oordelen over onze medemens. Die wetsgetrouwen rondom Jezus hebben zijn boodschap uiteindelijk goed begrepen. 

Want vanuit eigen schuldbesef, druipen ze een voor een af, tot Jezus alleen achterblijft met de vrouw. Zo brengt Jezus waarheid in liefde. Hij zorgt er zo voor dat iedereen er bewuster en met méér realiteitszin uit komt. Ook in ons leven is het zelden zwart/wit, maar meestal met een wat grijze tint. Daarom is het zoveel beter als we, in plaats van vlot medemensen te oordelen en te veroordelen, elkaars zwaktes te helpen dragen.

Jezus verandert de wereld door de mensen ànders te laten “kijken”. Hij liet de vrouw gaan: “Ook Ik veroordeel u niet”. Mààr wél mét de ernstige vermaning het niet meer opnieuw te doen: “Ga heen en zondig niet meer”. Hierin zit een duidelijke veroordeling van haar overspelige daad, maar ook een teken van zijn vertrouwen in haar, dat ze voortaan de zonde zal mijden. 

Je krijgt de kans nieuw te beginnen.

Nu weet deze vrouw zich door God aanvaard en bemind. Ze heeft zijn barmhartigheid van nabij ervaren. Ze heeft nu iets van de verrijzenis gevoeld. Ze werd immers ter dood veroordeeld, maar mag terug opstaan ten leven. Die gewichtige mannen lieten hun stenen vallen, zoals op Pasen de steen voor het graf wordt weggerold. Zo heeft die vrouw nu Gods levenwekkende liefde ervaren. Hij neemt haar opnieuw op in de kring van leven en geeft haar zó mee: “Keer terug naar jezelf, naar je oorspronkelijk bestemming, je roeping”. Zo krijgt zij een kans om opnieuw te beginnen.

Jezus’ open houding vraagt ook van ons om uit te gaan van de concrete mens, die een bevrijdend woord nodig heeft om verder te kunnen leven. “Blijf niet stil staan bij het oude, je hoeft je niet langer vast te klampen aan het verleden, begin opnieuw”. Het zijn hoopvolle woorden van de profeet Jesaja, die ook de profeet van het geloof genoemd wordt. Zijn prediking steunt op de zekerheid dat God trouw is en krachtvol. Alles rust in zijn handen en als je op de Hem vertrouwt, dan hoef je in feite niets en niemand te vrezen. 

Jesaja is de profeet van het Joodse volk ten tijde van de Babylonische Ballingschap. Het waren toen erg zware tijden. Het volk voelde zich door God en alleman verlaten. Er was geen eigen land, geen tempel, geen priesters meer en geen enkele mogelijkheid om hun eigen cultuur en godsdienst te beleven. Maar dan lijkt er opeens iets veranderd te zijn: Jesaja had gehoord dat er een nieuwe, jonge koning aan de macht was gekomen, die de bevrijding uit de ballingschap van het volk aankondigt. Als profeet van God spreekt Jesaja daarom in zijn naam hoopvolle woorden: “Ja, Ik ga iets nieuws beginnen. Denk niet meer aan wat achter je ligt. Een nieuwe tijd van geluk en voorspoed ligt voor jullie klaar. Het is al begonnen, merk je het niet?”

Je bent steeds een veelgeliefd kind van God.

Ook in onze eigen leefwereld kunnen wij zo zinvolle, kleine stappen zetten. Uiteindelijk gaat het er niet om wie we waren, om wat we deden of nalieten, maar om wie we nù wensen te worden. Leerling van Jezus verlangen te zijn, betekent ook geloof in een toekomst, waar God altijd barmhartig op ons betrokken zal zijn. 

Als het je lukt je medemens en jezelf in geloof te zien als een veelgeliefd kind van God, dat het écht waard is om gezien, vergeven en omarmd te worden, dan kun je altijd opnieuw beginnen in je leven, in groot vertrouwen, wat er ook gebeurd mag zijn, wat de wisselende levensomstandigheden ook straks met zich kunnen meebrengen. Je bent altijd geborgen in Gods liefhebbende handen. 


VOORBEDEN

C. Bidden wij tot God onze Vader, die ons door zijn Zoon Jezus 
steeds nieuwe levenskansen wil schenken.  

1. Voor wie spijt hebben 
van wat zij een medemens hebben aangedaan; 
dat zij oprecht vergeving kunnen en durven vragen, 
dat hun schuld hun wordt kwijtgescholden ... 

2. Voor de Kerk wereldwijd, 
dat ze niet oordeelt of veroordeelt, 
maar dat zij ruimte maakt voor uw woord van bevrijding;
dat zij woorden spreekt die Gods barmhartigheid bemiddelen
en zijn vergeving schenken … 

3. Voor wie door anderen veroordeeld worden 
en verlangen naar een nieuw begin; 
dat de Heer hen vrijspreekt; 
dat ze geraakt door het Evangelie het oude achterlaten 
en kiezen voor de nieuwe weg met de Heer… 

4. Voor mensen die de medemens al te gemakkelijk veroordelen, 
die een ander straffen door hem of haar buiten te sluiten; 
dat zij in gesprek gaan met degene die zij iets verwijten, 
dat uw mildheid in hun hart mag wonen ... 

5. Vader, 
wek de gezindheid van Jezus
in het hart van jonge mensen.
Schenk aan de Vlaamse Karmel 
een nieuwe lente van jongeren,
die alles voor u durven verlaten om u te volgen,
onthecht, zuiver, luisterbereid 
en dienstbaar aan uw mensen.

C. Goede Vader, 
wij wensen geen eerste steen te werpen, 
want ook wij zijn niet zonder zonden. 
Help ons de waarheid over onszelf te aanvaarden 
en zo ook onze eerlijke bekering. 
Dat vragen wij U door Christus, uw Zoon en onze Heer.