Skip to content
Homilie

Homilie Pater Lukas Martens 5 oktober 2025 : 27ste zondag door het Jaar C

Geloof doet leven. Heer, geef ons meer geloof.

Homilie Pater Lukas Martens 5 oktober 2025 : 27ste zondag door het Jaar C

Habakuk actueel

Soms gebeurt het dat oude Bijbelteksten heel actueel worden. Ik denk dat de vragen die de profeet Habakuk aan God stelde daarvan een voorbeeld zijn. Ik herhaal ze nog eens: Hoe lang moet ik nog roepen, Heer, terwijl Gij maar niet luistert? Hoe lang moet ik nog de hemel geweld aandoen terwijl gij maar geen uitkomst brengt? Waarom laat Gij mij onrecht lijden, ziet Gij de ellende maar aan. Waarom moet ik leven midden geweld en verdrukking? Waarom rijst er twist en moet ik lijden onder tweedracht? Het volk is doodsbang voor een deportatie naar Babel. En vandaag zijn er zovele redenen om ons hart vast te houden naar de toekomst toe. Wat we van de onze kleine profeet kunnen leren is alvast dit: We mogen ons in alle eerlijkheid bij God uitspreken, bij Hem komen met onze vragen, met wat ons verontwaardigt, met wat we niet begrijpen. Ook de psalmen leren ons dat wij echt alles aan God mogen zeggen, b.v.b. dat ons geduld op is waar het onrecht blijft voorduren. 

God zwijgt

En dan is er God die zwijgt. God legt niet uit waarom Hij wacht, waarom Hij het gebed niet verhoort. God is zwijgzaam, maar Hij is niet afwezig, Hij blijft aan onze zijde staan. En hoe moeten wij daar dan mee omgaan? Misschien door te aanvaarden dat Zijn wegen niet de onze zijn, dat Zijn gedachten die van ons ver te boven gaan. En verder: ons oefenen in geduld en vertrouwen. Om dat te illustreren is er een slecht voorbeeld en een goed voorbeeld.

Psalm 95

Het slechte voorbeeld vinden we in de psalm van vandaag. Luister heden naar Gods stem, wees niet halsstarrig. Ja, het volk is halsstarrig geweest in Meriba. Door de uittocht hebben zij een nieuwe vrijheid bekomen, maar die vrijheid is allerminst comfortabel want ze zitten in de woestijn en hebben geen water. De neiging is groot om vanaf de eerste moeilijkheid God te verdenken, zijn goede bedoeling in twijfel te trekken. Misschien heeft God ons naar hier gebracht om ons allemaal te laten omkomen. Is de Heer nu met ons of tegen ons? Halsstarrig zijn is het tegenovergestelde van het luisteren. Het blijven luisteren voedt het vertrouwen. Elke dag opnieuw moeten we luisteren. God is toen tussengekomen. Hij heeft water doen stromen uit de rots. Ja, we mogen klagen bij God, maar we mogen Hem niet beschuldigen of twijfelen aan zijn goede bedoeling. 

Abraham

Het goede voorbeeld krijgen we van Abraham. Op Gods woord verlaat hij zijn familie en zijn vaderland en gaat hij op weg zonder te weten waar naartoe. En tenslotte offert hij, op vraag van God, zijn zoon, zonder te begrijpen wat God daarmee wil doen. Ook dan blijft hij vertrouwen op God die hem in zijn ouderdom deze zoon geschonken had. Geloof doet leven. Abraham geloofde in de Heer en de Heer rekende hem dit als gerechtigheid aan. Zo had Habakuk het ook gezegd: wie in zijn hart niet deugd bezwijkt, maar de rechtvaardige blijft leven door zijn trouw. Een rijk dat gebouwd is op hoogmoed en geweld kan geen stand houden. Maar de rechtvaardige blijft leven door zijn trouw, door zijn geloof en zijn vertrouwen.  

Mosterdzaadje

Het thema van het geloof vinden we tenslotte terug in het evangelie. Jezus is voor de laatste keer op weg naar Jerusalem. Onderweg heeft Hij al enkele keren gesproken over zijn lijden en heeft sterke uitspraken gedaan, zoals wie mijn leerling wil zijn moet zich losmaken van alles wat hij bezit. En verder nog over de onverbreekbaarheid van het huwelijk, over de broederlijke terechtwijzing en over de opdracht een ander altijd te vergeven. Dat is voor de apostelen de aanleiding om Jezus te vragen: Heer, geef ons meer geloof. Maar zijn antwoord op hun vraag is niet zo duidelijk: als je een geloof had als een mosterdzaadje, zegt Jezus, zou je tot de moerbeiboom zeggen: rukt je uit de grond en plant je in zee. En hij zou het doen. Een klein beetje geloof volstaat blijkbaar om iets te doen wat onmogelijk is. En dat komt omdat men niet steunt op zichzelf, maar op God. Men laat God aan het werk en dan is alles mogelijk. 

Kracht van de Geest

Die moerbeiboom kan dan beeld zijn van iets wat diep in ons geworteld is, bvb bepaalde angsten die we hebben meegekregen of een enorme last aan kwaad dat ons is aangedaan. Zoiets vergeven is dan onmogelijk. Op Goede Vrijdag zullen de leerlingen ondervinden dat Jezus volgen voor hen onmogelijk is. Pas op Pinksteren zullen zij in staat zijn om Hem te volgen. Want vanuit het besef van hun onmacht, waren ze open voor de Geest die over hen kon komen met kracht. Daarom spoort Paulus Timoteus aan om het vuur aan te wakkeren van de genadegaven die hem gegeven zijn om zijn deel te kunnen dragen in het lijden voor het evangelie. 

Onnutte dienstknecht

Als Jezus op de parabel van het mosterdzaadje en de moerbeiboom de parabel laat volgen van de onnutte dienstknecht dan toont dat aan dat geloof ook te maken heeft met onze verwachtingen: verwacht ik dat God mij uitbetaalt voor alles wat ik heb gedaan of wil ik met lege handen voor Hem komen? Geloof vraagt dus altijd een stukje bekering en wel in deze zin dat we veranderen van steunpunt: niet meer steunen op wat ik ken en kan, maar op wat God weet en kan, niet op wat ik allemaal doe en presteer, maar op wat God wil doen voor mij. 

Thérèse

Ik eindig met iets wat de heilige Thérèse van Lisieux heeft geschreven helemaal op het einde van haar autobiografie: ‘een geleerde heeft gezegd: geef me een hefboom en een steunpunt en ik zal de wereld optillen.’ Datgene wat Archimedes niet verkreeg, dat hebben de heiligen wel verkregen en in heel zijn volheid. De Almachtige heeft hen als steunpunt Hemzelf en Hem alleen gegeven. Hun hefboom was het gebed dat een liefdesvuur doet ontsteken en zo is het hen gelukt de wereld te verheffen; zo verheffen de heiligen die hierbeneden strijden de wereld, en tot aan het einde van de wereld zullen de toekomstige heiligen de wereld verheffen.’ Misschien is ook dit actueel. Hoe groot is de nood vandaag om de wereld op te heffen uit het kwaad van onrecht en zonde. Met een goede hefboom en een steunpunt is dit mogelijk. Dus oprecht bidden en steunen op God. Heer, geef ons meer geloof.